Home » Roken 7: Teer in de longblaasjes
Legenda
Sluit

Legenda

Neurotransmitters
Acetylcholine
Adrenaline
Anandamide
Dopamine
Endorfine
GABA
Glutamaat
Serotonine
Substantie P

Eiwitten / enzymen
Acetylcholinesterase
MAO
Receptor
Transporter / Heropname eiwit

 

Drugs
Alcohol
Cannabis / THC
Cocaïne
Heroïne / Morfine
Ketamine
Nicotine
Speed / Amfetamine
XTC / MDMA


Overig
Azijnzuur
Choline
Remmend signaal
Stimulerend signaal

Cannabis

Roken 7: Teer in de longblaasjes

In de rook zit ook teer (tar). De teer slaat neer op de binnenkant van de luchtpijp en van de longblaasjes. Daardoor worden de cellen aangetast en gaan ontsteken. Er komen witte bloedcellen uit het bloed om de teer weg te halen en de ontsteking te genezen.

Bij mensen die veel blowen of roken, sterven de aangetaste cellen af en worden vervangen door slijmcellen. Deze produceren veel slijm, dat allemaal opgehoest moet worden: de rokershoest. Dit hoesten kan de longblaasjes beschadigen, waardoor de longen uiteindelijk minder efficiënt kunnen werken. Daarnaast kan de teer het erfelijke materiaal van de cellen veranderen, waardoor er kanker kan ontstaan.