De heroïne, morfine en de metabolieten komen aan bij een filterelementje van de nier; de nefron.
Samen met het vocht van het bloed (bloedplasma) komen de drugsmoleculen in de voorurine terecht (1). Het overgrote deel van het vocht uit de voorurine wordt weer terug in het bloed opgenomen (2). Sommige drugsmoleculen stromen met dit vocht mee terug in de bloedsomloop. De rest blijft in de voorurine. Deze wordt urine (3), en stroomt van de nier naar de blaas.
De heroïne zal in de vorm van morfine en zijn metabolieten het lichaam verlaten.