Alcohol heeft een stimulerend effect op het hongercentrum (hypothalamus). Na het drinken van alcohol wordt de eetlust groter. Ook beïnvloedt alcohol het beloningssysteem (reward system) in de hersenen. Daardoor kun je je plezieriger voelen.
Door stimulatie van het serotonerge systeem (serotonergic system) ontstaat een gevoel van verbondenheid met andere mensen. Alcohol remt een hersenkern die de ‘medulla oblongata’ heet. Deze kern regelt de ademhaling. Daardoor kan bij een alcoholvergiftiging de ademhaling volledig stil vallen. Dit kan levensgevaarlijk zijn.
Het verminderde evenwicht na het gebruik van alcohol is een gevolg van een verstoorde functie van de kleine hersenen (cerebellum).