De darmvlokken aan de binnenkant van de dunne darm vergroten het darmoppervlak. Hierdoor kan het voedsel efficiënter opgenomen worden. De alcoholmoleculen in de dunne darm gaan door de cellaag van zo’n darmvlok heen en komen in de bloedvaatjes terecht. Het bloed neemt de moleculen mee.
Alle alcohol wordt binnen een uur opgenomen in het bloed. Vanuit de bloedvaatjes verspreidt het zich verder over het lichaam. Omdat alcohol zo klein en oplosbaar is en dus erg gemakkelijk uit de bloedvaatjes gaat, kan het overal in het lichaam komen.