Home » Snuiven 2: Het neusslijmvlies
Legenda
Sluit

Legenda

Neurotransmitters
Acetylcholine
Adrenaline
Anandamide
Dopamine
Endorfine
GABA
Glutamaat
Serotonine
Substantie P

Eiwitten / enzymen
Acetylcholinesterase
MAO
Receptor
Transporter / Heropname eiwit

 

Drugs
Alcohol
Cannabis / THC
Cocaïne
Heroïne / Morfine
Ketamine
Nicotine
Speed / Amfetamine
XTC / MDMA


Overig
Azijnzuur
Choline
Remmend signaal
Stimulerend signaal

Cocaïne

Snuiven 2: Het neusslijmvlies

Bij het snuiven wordt meestal op een vlak oppervlak, zoals een spiegel, een ‘lijntje’ neergelegd. Vervolgens wordt een neusgat dichtgehouden en wordt in het andere neusgat door een kokertje (snuifbuis) de cocaïne naar binnen gesnoven. Als dit kokertje al door een ander gebruikt is, bestaat de kans dat je besmet raakt met hepatitis.

Na het snuiven komt de cocaïne op het neusslijmvlies terecht. Het poeder lost op, waardoor de cocaïnemoleculen in contact komen met de bloedvaatjes in het slijmvlies. De moleculen kunnen gemakkelijk door de wand van deze bloedvaatjes heen.

Uiteindelijk komt ongeveer 60 procent van de cocaïne in het bloed terecht. De overige cocaïnemoleculen en de versnijdingsstoffen in de cocaïne die niet oplossen, worden via de slokdarm afgevoerd naar de maag.