Vanuit de aorta stroomt een deel van het bloed met de cocaïnemoleculen naar de hersenen. Bij het spuiten merk je na 15-30 seconden een effect. Als de cocaïne rechtstreeks in een ader gespoten is, komen ze allemaal rond dezelfde tijd aan in de hersenen.
Er is dan een ‘piekconcentratie’; een plotselinge grote hoeveelheid cocaïne in de hersenen. Daardoor merk je plots een sterk effect wat ook wel ‘flash’ wordt genoemd. De flash na het injecteren van cocaïne is sterker dan iedere andere gebruiksmethode van cocaïne.