De ingeademde lucht met daarin cocaïnemoleculen komt aan in de longblaasjes. Cocaïnemoleculen kunnen door de cellaag heen en komen in de bloedvaatjes terecht. Bij ‘chinezen’ wordt er een aantal keer in- en uitgeademd, waardoor de cocaïnemoleculen in fases in het bloed komen.
Bij ‘basen’ komen de cocaïnemoleculen in één keer via de longen in het bloed terecht. Het bloed neemt tegelijkertijd zuurstof op uit de ingeademde lucht. Een deel van de cocaïnemoleculen adem je met de overige longinhoud weer uit.